Wat u moet weten van de wetswijzing maatregelen woningmarkt!

wetswijziging

Per 1 april 2017 is de Wet maatregelen woningmarkt 2014 II gewijzigd. Met deze aanpassing verandert ook de verhuurderheffing.
De wijzigingen ten aanzien van de heffingsverminderingen zullen direct in werking treden. Omdat de belasting zelf verschuldigd is per 1 januari van het kalenderjaar, zal voor de overige wijzigingen gelden dat deze met ingang van de heffing over 2018 van toepassing zullen zijn.

Hieronder hebben wij voor u als belegger een overzicht waarin er per datum wordt aangegeven wat de wijziging voor u betekent:

 

Belangrijkste wijzigingen per 1 april 2017

  • De eerste wijziging in 2017 is de uitbreiding van de krimpgebieden waar recht is op een heffingsvermindering voor sloop van huurwoningen met de Achterhoek en Noordoost Fryslan, voor woningen gesloopt vanaf 1 januari 2017;
  • De periode waarin aanvragen voor verschillende heffingsverminderingen kunnen worden gedaan is verlengd;
  • De introductie heffingsvermindering voor nieuwbouw van huurwoningen met een lage huur (in 2017 lager dan €592,55);
  • Verhoging van de bedragen die gelden voor de heffingsverminderingen voor grootschalige verbouwing, sloop en samenvoeging van huurwoningen.

Belangrijkste wijzigingen per 1 januari 2018

Voor de aangifte die u vóór 1 oktober 2017 moet indienen, gelden de onderstaande veranderingen nog niet!

  • De eerste wijziging in 2018 is het plafond voor de grondslag. Zoals u weet wordt de verschuldigde belasting berekend over de WOZ-waarde van de sociale huurwoningen. Als gevolg van de wijziging bedraagt de maximaal in aanmerking te nemen waarde per pand € 250.000. Dat is met name een tegemoetkoming voor eigenaren van verhuurde woningen in de grote steden. Overigens wordt deze grens jaarlijks geïndexeerd.
  • Daarnaast geldt een vrijstelling voor woningen die zijn aangewezen als rijksmonument. Hiermee zal een einde komen aan de stroom van rechtspraak met betrekking tot de Hofjesstichtingen.
  • Andere belangrijke wijziging is dat de vrijstelling van 10 woningen wordt verhoogd tot 50 woningen.
  • Het tarief per 1 januari 2018 wordt verhoogd naar 0,591% (het tarief 2017 bedraagt 0,536%) en zal stijgen tot 0,593% in 2022.

Verruiming heffingsverminderingen

In sommige gevallen meer goed nieuws, de heffingsverminderingen worden namelijk verruimd. Nadeel daarvan is wel dat ook het minimumbedrag van de investeringskosten om in aanmerking te komen voor de heffingsvermindering zal worden verhoogd. Dat maakt dat het voor sommigen van u toch gunstiger kan uitpakken om nog snel, onder de oude regeling, een voorlopige investeringsverklaring aan te vragen.

De activiteit herbestemming die van toepassing is op heel Nederland wijzigt niet. Deze blijft derhalve € 10.000 per huurwoning indien de investeringskosten per woning tenminste € 25.000 bedragen.

Voor toegelaten instellingen geldt daarnaast een tijdelijke vrijstelling (van twintig jaar!) voor woningen die in eigendom worden verkregen van particuliere bezitters tussen 1 januari 2017 en 31 december 2021. Het moet dan gaan om woningen gelegen in krimpgebieden die onderdeel uitmaken van een plan voor stedelijke vernieuwing als bedoeld in artikel 1, eerste lid, Woningwet. De woning moet grenzen aan of onderdeel uitmaken van een complex dat al (gedeeltelijk) in bezit is van de toegelaten instelling. Tenslotte wordt als voorwaarde gesteld dat een beschikking is ontvangen van het Ministerie.

Er zijn belangrijke wijzigingen waar u uw voordeel kan behalen. Zorg tijdig voor uw verzoek. Derhalve adviseren wij verhuurders van sociale huurwoningen te onderzoeken hoe ze optimaal gebruik kunnen maken van de wetswijzigingen.

Bron. Vastgoedjournaal.

 

Shares 0