Wat u moet weten van de wetswijzing maatregelen woningmarkt!

wetswijziging

Per 1 april 2017 is de Wet maatregelen woningmarkt 2014 II gewijzigd. Met deze aanpassing verandert ook de verhuurderheffing.
De wijzigingen ten aanzien van de heffingsverminderingen zullen direct in werking treden. Omdat de belasting zelf verschuldigd is per 1 januari van het kalenderjaar, zal voor de overige wijzigingen gelden dat deze met ingang van de heffing over 2018 van toepassing zullen zijn.

Hieronder hebben wij voor u als belegger een overzicht waarin er per datum wordt aangegeven wat de wijziging voor u betekent:

 

Belangrijkste wijzigingen per 1 april 2017

  • De eerste wijziging in 2017 is de uitbreiding van de krimpgebieden waar recht is op een heffingsvermindering voor sloop van huurwoningen met de Achterhoek en Noordoost Fryslan, voor woningen gesloopt vanaf 1 januari 2017;
  • De periode waarin aanvragen voor verschillende heffingsverminderingen kunnen worden gedaan is verlengd;
  • De introductie heffingsvermindering voor nieuwbouw van huurwoningen met een lage huur (in 2017 lager dan €592,55);
  • Verhoging van de bedragen die gelden voor de heffingsverminderingen voor grootschalige verbouwing, sloop en samenvoeging van huurwoningen.

Belangrijkste wijzigingen per 1 januari 2018

Voor de aangifte die u vóór 1 oktober 2017 moet indienen, gelden de onderstaande veranderingen nog niet!

  • De eerste wijziging in 2018 is het plafond voor de grondslag. Zoals u weet wordt de verschuldigde belasting berekend over de WOZ-waarde van de sociale huurwoningen. Als gevolg van de wijziging bedraagt de maximaal in aanmerking te nemen waarde per pand € 250.000. Dat is met name een tegemoetkoming voor eigenaren van verhuurde woningen in de grote steden. Overigens wordt deze grens jaarlijks geïndexeerd.
  • Daarnaast geldt een vrijstelling voor woningen die zijn aangewezen als rijksmonument. Hiermee zal een einde komen aan de stroom van rechtspraak met betrekking tot de Hofjesstichtingen.
  • Andere belangrijke wijziging is dat de vrijstelling van 10 woningen wordt verhoogd tot 50 woningen.
  • Het tarief per 1 januari 2018 wordt verhoogd naar 0,591% (het tarief 2017 bedraagt 0,536%) en zal stijgen tot 0,593% in 2022.

Verruiming heffingsverminderingen

In sommige gevallen meer goed nieuws, de heffingsverminderingen worden namelijk verruimd. Nadeel daarvan is wel dat ook het minimumbedrag van de investeringskosten om in aanmerking te komen voor de heffingsvermindering zal worden verhoogd. Dat maakt dat het voor sommigen van u toch gunstiger kan uitpakken om nog snel, onder de oude regeling, een voorlopige investeringsverklaring aan te vragen.

De activiteit herbestemming die van toepassing is op heel Nederland wijzigt niet. Deze blijft derhalve € 10.000 per huurwoning indien de investeringskosten per woning tenminste € 25.000 bedragen.

Voor toegelaten instellingen geldt daarnaast een tijdelijke vrijstelling (van twintig jaar!) voor woningen die in eigendom worden verkregen van particuliere bezitters tussen 1 januari 2017 en 31 december 2021. Het moet dan gaan om woningen gelegen in krimpgebieden die onderdeel uitmaken van een plan voor stedelijke vernieuwing als bedoeld in artikel 1, eerste lid, Woningwet. De woning moet grenzen aan of onderdeel uitmaken van een complex dat al (gedeeltelijk) in bezit is van de toegelaten instelling. Tenslotte wordt als voorwaarde gesteld dat een beschikking is ontvangen van het Ministerie.

Er zijn belangrijke wijzigingen waar u uw voordeel kan behalen. Zorg tijdig voor uw verzoek. Derhalve adviseren wij verhuurders van sociale huurwoningen te onderzoeken hoe ze optimaal gebruik kunnen maken van de wetswijzigingen.

Bron. Vastgoedjournaal.

 

Hoofdpunten huurbeleid 2017

huren

Hoe ziet het huurbeleid en de toewijzing van sociale huurwoningen eruit in 2017? Een overzicht van de inkomens- en huurgrenzen per 1 januari 2017.

Maximale huursom stijging
Vanaf 2017 geldt de nieuwe huursombenadering. Vanaf 1 januari 2017 mag de gemiddelde huursom voor zelfstandige woningen van corporaties in een kalenderjaar (van 1 januari tot 1 januari) slechts met een beperkt percentage stijgen: inflatie + 1 procentpunt. Het gaat dan om de jaarlijkse huurverhoging en de huurverhoging bij huurdersmutatie (huurharmonisatie).

Het inflatiepercentage van 1 december 2015 tot 1 december 2016 wordt daarbij gebruikt en dat is 0,3 procent. Het maximale huursomstijgingspercentage voor woningcorporaties is in 2017 dus 1,3 procent. De inkomensgrens voor de inkomensafhankelijke (hogere) huurverhoging in 2017 is 40.349 euro (gezamenlijk inkomen van huidige bewoners over 2015).

De toegestane maximale percentages zijn:

  • 2,8 procent (inflatie + 2,5 procentpunt) voor huishoudens met een inkomen tot en met 40.349 euro.
  • 4,3 procent (inflatie + 4 procentpunt) voor huishoudens met een inkomen boven 40.349 euro.

Toewijzingsgrens
Woningcorporaties moeten ten minste 90 procent van de vrijkomende sociale huurwoningen toewijzen aan de doelgroep: mensen met een inkomen tot 40.349 euro. Per 1 januari 2017 moet ten minste 80 procent van de vrijkomende sociale huurwoningen gaan naar huishoudens met een inkomen tot 36.165 euro. Van de vrijkomende sociale huurwoningen kan dus ten hoogste 10 procent worden toegewezen aan huishoudens met een inkomen tussen 36.165 en 40.349 euro.

Inkomensgrens inkomensafhankelijke huurverhoging
Vanaf 1 januari 2017 geldt er nog maar één inkomensgrens voor de inkomensafhankelijke huurverhoging. In 2017 is een inkomensafhankelijke (hogere) huurverhoging toegestaan als het gezamenlijke inkomen in 2015 van alle bewoners in een huishouden hoger is dan 40.349 euro. Bij de inkomensafhankelijke huurverhoging is de minimale huurstijging 2,9 procent en de maximale huurstijging 4,3 procent.

Huursom
De volgende woningen blijven buiten beschouwing voor de berekening van de huursomstijging per 1 januari 2017 :

  • De woningen waarvoor op 1 januari 2017 een geliberaliseerd huurcontract geldt,
  • De woningen waarvan de huurprijs per 1 juli 2017 inkomensafhankelijk is verhoogd (huishoudens met een inkomen boven 40.349 euro) mits in de prestatieafspraken staat dat deze extra huurinkomsten worden ingezet voor investeringen en voor zover deze inkomsten de in de prestatieafspraken opgenomen investeringsbedragen niet overschrijden,
  • De woningen die een onzelfstandige woonruimte vormen,
  • De woningen die in het betrokken jaar voor het eerst of voor het laatst zijn verhuurd,
  • De woningen waarvan de huurprijs in 2017 als gevolg van een woningverbetering is verhoogd. De woningverbetering moet maximaal een jaar voor de huurverhoging zijn uitgevoerd.

Liberalisatiegrens en aftoppingsgrenzen
De liberalisatiegrens (de grens die bepaalt of een woning in de sociale of vrije sector valt) ligt net als in 2015 en 2016 op 710,68 euro. Dit bedrag is ook de maximale huurgrens om in aanmerking te komen voor huurtoeslag. Voor jongeren onder 23 jaar mag de maandhuur in 2017 maximaal 414,02 euro zijn om huurtoeslag te kunnen krijgen. In 2016 was dat 409,92 euro.

Is de huur hoger dan 414,02 euro? Dan hangt het af van de leeftijd en huishoudenssamenstelling van een toeslagontvanger wat hij boven dat bedrag nog vergoed krijgt. Daarbij hanteert de overheid de zogenaamde aftoppingsgrenzen. De lage aftoppingsgrens voor een- en tweepersoonshuishoudens bedraagt 592,55 euro per 2017 (was 586,68 euro in 2016). De hoge aftoppingsgrens voor drie- of meerpersoonshuishoudens wordt 635,05 euro (was 628,76 euro in 2016).

Huurtoeslag
De pensioengerechtigde leeftijd gaat al sinds 2013 stapsgewijs omhoog. Dat heeft gevolgen voor de leeftijd waarop toeslagontvangers te maken krijgen met de regeling voor gepensioneerden. In 2017 is die leeftijd 65 jaar en negen maanden.

Meerpersoonsouderenhuishouding
Per 1 januari 2017 wordt de definitie van het begrip meerpersoonsouderenhuishouden aangepast. Vanaf dan is sprake van een meerpersoonsouderenhuishouden zodra één van de leden van het huishouden op 1 januari de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt. In 2016 was nog de leeftijd bepalend van degene(n) die binnen het huishouden meer dan de helft bijdragen aan het gezamenlijk inkomen.

 

prijsstijgingen

Koopwoningen 6 procent duurder dan jaar eerder

De prijsindex van het CBS en het Kadaster geeft de prijsontwikkeling weer van bestaande particuliere koopwoningen in Nederland.

Bestaande koopwoningen waren in november 6,0 procent duurder dan in november 2015. Deze toename is even groot als in augustus, toen de hoogste prijsstijging in 14 jaar werd genoteerd. Sinds juni 2013 is sprake van een stijgende trend van de woningprijzen. Dit blijkt uit het onderzoek naar de prijsontwikkeling van bestaande particuliere koopwoningen in Nederland van CBS en het Kadaster.

Prijzen 13,2 procent hoger dan tijdens dal in juni 2013

In augustus 2008 bereikten de woningprijzen een piek. Vervolgens daalden de prijzen tot een dieptepunt in juni 2013. Sindsdien is er sprake van een stijgende trend. Ten opzichte van de piek is het prijsniveau 11,1 procent lager. Vergeleken met het dal zijn de prijzen gemiddeld 13,2 procent hoger. Het gemiddelde prijsniveau van de bestaande koopwoningen is in november 2016 even hoog als in september 2005.

Woningcorporaties investeren miljarden euro’s in woningmarkt

nieuwbouw

Woningcorporaties investeren meer in 2017  ten opzichte van vorige jaren. Dat meldt branchvereniging Aedes. In 2016 investeerden woningcorporaties gezamenlijk miljarden euro’s in met name nieuwbouw van woningen, verduurzaming en betaalbaarheid.

Uit de rondvraag blijkt dat de meeste corporaties in 2016 en 2017 miljoenen investeren in nieuwe woningen voor starters, gezinnen, ouderen en andere specifieke doelgroepen, nul-op-de-meter-woningen, verduurzaming van bestaande woningen en in planmatig onderhoud.

Grote steden

Volgens De Vernieuwde Stad (DVS), samenwerkingsverband van woningcorporaties in grote steden als Den Haag, Utrecht en Amsterdam, is de financiële positie van veel woningcorporaties de afgelopen jaren verbeterd. Dat blijkt ook uit het sectorbeeld over 2015. ‘Er is fors in de bedrijfslasten gesnoeid en er is veel afgelost, maar ook zijn de huren verhoogd en investeringen uitgesteld’, zegt Willem Krzeszewski, bestuursvoorzitter van Staedion. ‘Al met al is bij de meeste corporaties de investeringsruimte gegroeid. Zonder de verhuurderheffing was die ruimte overigens nog groter geweest.’

De 25 DVS-Woningcorporaties investeren samen de komende jaren gemiddeld bijna 1,6 miljard euro per jaar in nieuwbouw, woningverbetering en verduurzaming. De corporaties hebben plannen om jaarlijks zeker 10.000 woningen méér te verduurzamen en verbeteren dan in 2015. Ook verkopen de corporaties minder woningen om voldoende aanbod te houden. ‘Staedion zelf investeert 120 miljoen euro per jaar, waarvan 35 miljoen euro in nieuwbouw’, illustreert Krzeszewski. ‘Dat zijn zo’n 200 tot 250 woningen.’

Extra investeringen

Bovenop deze al bestaande plannen willen binnen De Vernieuwde Stad Woningcorporaties investeren tot en met 2020 jaarlijks nog eens 275 miljoen euro extra investeren. ‘De vraag naar sociale huurwoningen en verduurzaming groeit immers flink.’

In sommige regio’s wordt die ambitie wel bemoeilijkt, bijvoorbeeld door een gebrek aan bouwlocaties, zegt Egbert de Vries, voorzitter van de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties (AFWC). ‘De woningcorporaties in de regio Amsterdam willen graag fors investeren in nieuwe sociale huurwoningen, maar dat vereist wel voldoende ruimte op nieuwbouwlocaties voor sociale woningbouw.’

Betaalbaarheid

Woningcorporatie WonenBreburg investeert naast in nieuwbouw en duurzaamheid ook in betaalbaarheid. ‘Veel van onze huurders krijgen in 2017 waarschijnlijk een huurverhoging op de mat van 0 procent, zegt Leo Schuld van WonenBreburg. ‘Huurders laten ons aan de balie weten dat hun inkomens er niet op vooruitgaan. Vaak krijgen ze niet meer dan een inflatiecorrectie. Een bescheiden huurverhoging raakt mensen dan écht in hun dagelijks leven. Dat willen wij niet.’

Prognoses corporaties

De prognoses van woningcorporaties laten zien dat zij weer meer huizen gaan bouwen. Dit jaar zijn er plannen voor de bouw van 23.000 huurwoningen, blijkt uit het rapport Volkshuisvestelijke voornemens woningcorporaties dat ABF opstelde in opdracht van het ministerie van BZK. Ook is er in 2017 een toename te zien; komend jaar bouwen corporaties 26.000 nieuwe woningen. In 2015 kwam het aantal nieuwbouwwoningen uit op 16.400. Daarnaast verwachten corporaties een sterke stijging van investeringen in energiebesparing; van 257 miljoen euro  in 2015 naar 613 miljoen euro in 2017.

Woningmarkt blijft in stroomversnelling

woningmarkt

Nederlandse economie ontwikkelt zich op het moment gunstig. Consumenten geven meer uit en hebben vertrouwen in de toekomst. De hypotheekrente blijft naar verwachting laag. Er zijn grote regionale verschillen maar het gaat goed op de Nederlandse woningmarkt

Verbetering koopkracht en arbeidsmarkt goed voor Nederlandse woningmarkt

De Nederlandse economie ontwikkelt zich op het moment relatief gunstig. De Rabobank verwacht voor dit jaar een economische groei van 1¾ procent en voor 2017 een groei van 1½ procent. De binnenlandse bestedingen nemen toe. Het consumptievolume van huishoudens loopt op en het consumentenvertrouwen zit de afgelopen maanden flink in de lift. De aantrekkende woningmarkt zorgt ervoor dat de woninginvesteringen hard groeien. Het economische herstel is verder ook te zien op de arbeidsmarkt, waar de werkloosheid in de afgelopen maanden in een stevig tempo daalde. Tegelijkertijd blijft de internationale omgeving reden tot zorg.

Woningprijs en het aantal verkopen neemt toe

Het vertrouwen van Nederlandse huishoudens in de koopwoningmarkt is en blijft hoog. In het derde kwartaal van 2016 steeg het vertrouwen verder naar een nieuwe recordhoogte. Het aantal verkopen in het derde kwartaal van 2016 bedroeg 60.707, ruim 10.000 woningtransacties meer dan in het derde kwartaal van 2015. De woningprijsindex (PBK) ligt 5,6 procent boven het niveau van een jaar geleden. De Rabobank verwacht dat zowel het aantal transacties als de woningprijzen in de komende anderhalf jaar verder blijven toenemen. Voor wat betreft het aantal verkopen zien ze een groei naar circa 230.000 woningen per jaar en voor wat betreft de woningprijsindex zien we een gemiddelde jaarstijging van 5 procent voor 2016 en 2017.

Hypotheekrente blijft voorlopig laag

In het derde kwartaal van 2016 is voor een bedrag van 16,4 miljard euro aan nieuwe woninghypotheken verstrekt. Dat is een stijging van 28 procent ten opzichte van het derde kwartaal van 2015. Deze stijging komt mede door een toename van het aantal transacties. Doordat de omvang van nieuwe hypotheekverstrekkingen groter is dan de aflossingen op hypotheken loopt de bruto hypotheekschuld weer op (662 miljard euro). De hypotheekrente blijft naar verwachting ook de komende periode laag. Het afgelopen jaar koos het merendeel van de huizenkopers voor een lange rentevaste periode.

bron: Kwartaalbericht Woningmarkt november 2016, Rabobank

 

Staat van de Woningmarkt 2016

woningmarkt

Hoe ziet de woningvoorraad eruit en wat zijn de woonlasten van huurders en kopers? Cijfers hierover staan in de rapportage Staat van de Woningmarkt 2016 die het kabinet op 31 oktober 2016 publiceerde. Met deze jaarlijkse rapportage informeert het kabinet de Tweede Kamer over de landelijke ontwikkelingen op de woningmarkt.

In de Staat van de Woningmarkt  staan cijfers over de bouwsector, de huursector, de woningvoorraad en woonlasten van huurders en kopers. De belangrijkste cijfers op het gebied van betaalbaarheid, beschikbaarheid, duurzaamheid en regionale verschillen die in de Staat van de Woningmarkt 2016 staan:

Betaalbaarheid

  • De huurstijging van de sociale huurwoningen van corporaties in 2016 is de laagste sinds 2012: 1 procent exclusief harmonisatie en 1,8 procent inclusief harmonisatie (harmonisatie is de mogelijke huurverhoging als er een nieuwe huurder in de woning komt). Daarnaast is de huurstijging bij de laagste inkomens (gemiddeld 0,8 procent) lager dan bij de hogere inkomens (gemiddeld 2,2 procent).
  • In 2016 nam de huur bij circa 4 procent van de totale huurvoorraad af. Dat zijn ruim 120.000 woningen. Het gaat vooral om verlagingen bij bewonerswisseling.
  • De huurquotes zijn de afgelopen jaren wel gestegen. Dit komt vooral door inkomensdaling, de uitstroom van huishoudens met een relatief hoger inkomen en huurstijgingen. De gemiddelde netto huurquote ligt voor huurders van corporatiewoningen met 26 procent lager dan gemiddeld (26,7 procent) en lager dan voor huurders van particuliere huurwoningen (29,1 procent).
  • Het aantal huishoudens dat relatief goedkoop woont in relatie tot het inkomen (goedkope scheefheid), neemt af en bovendien wonen deze huishoudens steeds ‘minder scheef’. Zo had in 2009 nog 49 procent van de goedkope scheefwoners een inkomen van méér dan 1,5 keer modaal, in 2015 is dit 38 procent.
  • Het aantal huishoudens dat relatief duur woont (dure scheefheid), neemt toe. Volgens het rapport komt dit vooral door harmonisatie van huurprijzen en een stijging van het aandeel huurwoningen tussen de aftoppings- en liberalisatiegrens.

Beschikbaarheid

  • Het aantal huurwoningen van corporaties met een actuele huurprijs onder de 710,68 euro is tussen 2009 en 2015 met ongeveer 260.000 woningen gedaald. Hierin zijn ook woningen met een sociaal contract die door huurstijging boven de liberalisatiegrens zijn uitgekomen meegenomen. Het totaal aantal huurwoningen met een actuele huurprijs onder de 710,68 euro is tussen 2009 en 2015 met ongeveer 160.000 woningen gedaald, door een stijging van 100.000 gereguleerde woningen bij particuliere verhuurders.
  • Het totaal aantal woningen met een huur onder de aftoppingsgrens is ten opzichte van 2009 afgenomen en het aantal woningen met een huur hierboven is juist toegenomen.
  • Het rapport stelt dat de totale woningbehoefte tussen 2015 en 2019 met 73.000 per jaar stijgt. De geraamde groei van de woningvoorraad is 62.000 per jaar. Het woningtekort loopt op van 1,8 procent in 2015 naar 2,6 procent in 2020. Daarna neemt het geleidelijk weer af.
  • Ondanks deze cijfers stelt het rapport dat de vraag naar sociale huurwoningen af zal nemen. Afhankelijk van het scenario bedraagt de afname 66.000 tot 315.000 woningen in de periode 2015-2025. Als oorzaken hiervoor noemt de rapportage: toenemend eigenwoningbezit onder middeninkomens en inkomensgroei.
  • Corporaties zelf verwachten dat de nieuwbouw van sociale huurwoningen de komende vijf jaar stijgt naar gemiddeld 20.000 per jaar.

Duurzaamheid

  • Van de sociale huurwoningen heeft 56 procent label A, B of C. Bij gereguleerde woningen van particulieren is dat 44 procent en in de vrije huursector 70 procent. Dat het gemiddelde energielabel bij corporaties lager ligt dan bij woningen in de vrije sector komt vooral doordat sociale huurwoningen gemiddeld ouder zijn dan woningen in de vrije huursector.

Regionale verschillen

  • Het rapport concludeert onder meer dat in regio’s met lage spanning op de woningmarkt meer koopwoningen zijn, omdat de koopprijzen daar relatief laag zijn. De huurprijzen verschillen regionaal weinig, maar de kwaliteit van woningen tussen gespannen en ontspannen gebieden verschilt wel.
  • De goedkope scheefheid in gespannen regio’s is 23 procent hoger dan in ontspannen regio’s (respectievelijk 40 en 17 procent). Ook het aandeel dure scheefheid is in gespannen regio’s groter dan in ontspannen regio’s.

 

Woningprijzen blijven stijgen

De huizenprijzen voor bestaande koopwoningen in Nederland stegen in september met 5,9 procent vergeleken met vorig jaar. Het aantal woningverkopen groeide in september met 28,7 procent ten opzichte van vorig jaar. Rabobank ziet dat het vertrouwen in de koopwoningenmarkt hoog blijft. Prijsstijging van vrijstaande woningen blijft echter achter.

September bleek opnieuw een positieve maand voor de Nederlandse koopwoningmarkt: het vertrouwen blijft bijzonder hoog, en vergeleken met september vorig jaar werden fors meer huizen verkocht. Tegelijkertijd steeg de Prijsindex Bestaande Koopwoningen (PBK) met 5,9 procent ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Het prijsherstel is wel ongelijk verdeeld: vrijstaande huizen blijven achter bij de prijsstijging van bijvoorbeeld appartementen en tussenwoningen.

Stijgende verkopen

In september wisselden 21.009 huizen van eigenaar, 28,7 procent meer dan in dezelfde maand een jaar eerder (zie figuur 1). Het driemaandelijkse totaal kwam uit op 60.707 verkopen, een stijging van 20,7 procent ten opzichte van de drie maanden ervoor.

In totaal werden in de afgelopen twaalf maanden 206.354 woningen verkocht. Voor heel 2016 verwachten wij dat het aantal verkopen uitkomt op 200.000 tot 220.000 woningen.

Doordat er meer huizen worden verkocht dan nieuw op de markt worden aangeboden, neemt de voorraad te koop staande huizen steeds verder af. Kopers hebben daardoor minder te kiezen. Bij NVM-makelaars stonden in het afgelopen kwartaal gemiddeld zeven woningen te koop voor elk huis dat werd verkocht. Dat is één minder dan in het tweede kwartaal van dit jaar. De markt wordt dus steeds krapper. Opvallend daarbij is dat de markt voor vrijstaande huizen veel minder krap is dan voor andere woningtypen (zie figuur 2). Voor vrijstaande woningen was de markt altijd al ruimer dan voor bijvoorbeeld tussenwoningen, maar de kloof is de laatste jaren verhoudingsgewijs licht toegenomen.

Hoog vertrouwen

In september bleef het vertrouwen in de koopwoningmarkt hoog. De Eigen Huis Marktindicator van Vereniging Eigen Huis kwam net als in augustus uit op 121 (zie figuur 3). Hoe hoger het cijfer boven de 100, hoe optimistischer consumenten zijn over de woningmarkt.

De koopbereidheid, waarmee het CBS meet of consumenten geneigd zijn grote aankopen zoals auto’s en wasmachines te doen, steeg in oktober naar 107. Dit is het hoogste punt sinds pakweg negen jaar. In juli en augustus nam de koopbereidheid juist iets af. Dat was mogelijk het gevolg van de uitslag van het Brexit-referendum in juni, waarin het Britse volk zich uitsprak tegen het lidmaatschap van de Europese Unie. Die dip lijkt nu hersteld.

Hogere prijzen, maar vrijstaande huizen blijven achter

Door de toenemende krapte, het hoge vertrouwen in de koopwoningmarkt en de historisch lage hypotheekrente worden huizen voor steeds hogere prijzen verkocht. De PBK  nam in september met 5,9 procent toe ten opzichte van dezelfde maand vorig jaar (figuur 4). Het gemiddelde prijsniveau van vlak voor de crisis is echter nog niet bereikt. Op dit moment ligt de PBK nog 11,3 procent onder de piek van het derde kwartaal van 2008.

Niet alle typen woningen gaan gelijk op in de prijsgroei. Tijdens de economische crisis daalden de prijzen van vrijstaande huizen het meest, en herstellen sindsdien moeizamer dan die van andere woningtypen (zie figuur 5). Zo steeg de prijsindex voor vrijstaande koopwoningen sinds het dal op de woningmarkt in het tweede kwartaal van 2013 met 7,0 procent, terwijl die voor alle Nederlandse koopwoningen samen met 11,1 procent toenam.

Die plek in de achterhoede kan worden veroorzaakt door achterblijvende vraag. Zo is het gros van de vrijstaande huizen te vinden in minder stedelijke en/of afgelegen gebieden met minder vraag. Vrijstaande woningen zijn gemiddeld ook duurder dan andere woningtypen, waardoor de vraag kleiner is. Als laatste is het aanbod van vrijstaande woningen veel heterogener dan van andere woningtypen, waardoor vraag en aanbod altijd al moeilijker op elkaar aansluiten.

woningmarkt

Herstel op de woningmarkt zet door

Terwijl de prijzen zich min of meer conform onze verwachting ontwikkelen, overtreffen de verkopen onze prognoses. Belangrijkste reden voor het sterker dan verwachte transactieherstel is de aanhoudende daling van de hypotheekrente.

genieten

Genieten van uw woning en de overwaarde!

Eigen haard is goud waard! Dat geldt voor veel mensen en zeker ook voor veel 65plussers. Een deel van deze groep senioren is eigenaar van een woning waar een flinke overwaarde in zit. Bijna 500.000 senioren in Nederland hebben een huis met een overwaarde van meer dan €200.000,- (aldus de Taskforce Verzilverd Wonen).

rekenen

Uw woning verkopen en terug huren via Sell2Rent?

Sell2Rent biedt senioren de mogelijkheid om de overwaarde van hun woning te verzilveren, zonder te verhuizen. Sell2Rent koopt woningen van senioren, die vervolgens de woning kunnen terug huren.

Woont u met veel plezier in uw woning, maar wilt u ook genieten van overwaarde.? Dan kunt u uw woning aanbieden aan Sell2Rent.

Afhankelijk van de staat van de woning, de taxatiewaarde van uw woning, uw leeftijd, en uw gewenste maandhuur bepalen wij een indicatieve verkoopprijs. Vul onderstaand formulier in en binnen twee werkdagen nemen wij contact met u op om een indicatie te geven van hetgeen u woning zou kunnen opbrengen, wanneer u uw woning aan Sell2Rent verkoopt. Wanneer dit voor u een interessante opties is, nemen wij persoonlijk contact met u op het voorstel en de procedure nader te bespreken.

mail naar info@buy2let.nl