Nederlandse woningmarkt een van de sterkste van Europa
De woningmarkt in Nederland is een van de sterkste van Europa. Zo blijkt uit aan analyse van kredietbeoordelaar Standard & Poor’s (S&P). S&P voorziet de komende twee jaar een prijsstijging van 3 procent.
Nederland hoort daarmee in Europa tot de landen met de sterkste prijsstijgingen. Wel vlakt de groei wat af. Vorig jaar stegen de prijzen met 3,5 procent. Er worden steeds meer huizen verkocht en het aantal woningen dat in de verkoop staat neemt af.
Volgens S&P gaat het in Nederland goed met op de woningmarkt, omdat die de laatste jaren wat betaalbaarder zijn geworden, de hypotheekrente is gedaald en door het herstel van de economie. Wel blijven volgens de kredietbeoordelaar hoge schulden en maatregelen van de overheid die de verstrekking van hypotheken beperken, het herstel van de markt belemmeren.
Nog hogere stijging in Duitsland
Niet alleen in Nederland gaat het goed met de woningmarkt. Kredietbeoordelaar S&P voorziet dat de huizenprijzen in bijna alle grote Europese landen komend jaar stijgen of op zijn minst stabiliseren.
Vooral in Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Ierland rekent het ratingbureau op een flinke prijsstijging, met plussen van 5 procent.
In België lopen de huizenprijzen iets langzamer op. Hier houdt S&P het voor 2016 op een toename van 1 procent en voor 2017 op 2 procent. In België wordt de markt komende jaren waarschijnlijk extra belast door verdere veranderingen in het ‘btw-regime’ in Wallonië en het gewest Brussel.
In Spanje en Portugal worden woningen waarschijnlijk 2,5 procent duurder, in Italië 1,5 procent. Alleen in Frankrijk voorspelt S&P dit jaar nog geen prijsgroei. Hier zal de markt waarschijnlijk pas in 2017 aantrekken.
De woningverkopen worden in het hele continent aangejaagd door het economisch herstel. Dankzij de lage rente in Europa is het nu ook erg voordelig is om geld te lenen voor de aanschaf van een huis. Dit geneest de markt, aldus S&P.
Jongeren profiteren nauwelijks van herstel van de woningmarkt
In Nederland profiteren jongeren vooralsnog nauwelijks van het herstel van de woningmarkt. Ze willen nog wel een huis kopen, maar vallen door de strengere financieringsregels buiten de boot. Dat meldt het ING Economisch Bureau woensdag na eigen onderzoek.
Volgens de onderzoekers kopen mensen van alle leeftijden sinds 2013 fors vaker een woning, behalve jongeren tot 25 jaar. Vorig jaar kochten zij 20.000 woningen, evenveel als in 2014 en slechts 3000 meer dan in ,,rampjaar” 2013. De afgelopen twee jaar daarentegen verdubbelde het aantal koopwoningen gekocht door 55-plussers bijna van 14.000 naar 26.000.
De redenen dat jongeren achterblijven zijn onder meer de hogere eisen aan eigen inbreng bij het kopen van een woning, de verscherpte inkomenseisen en het feit dat jongeren minder vaak een vaste baan hebben door de flexibilisering van de arbeidsmarkt. Ook speelt mee dat voor doorstromers gunstigere fiscale regels gelden dan voor starters, die de volledige hypotheek moeten aflossen om rente te mogen aftrekken van de belasting.
Van de jongeren geeft 5 procent aan te verwachten binnen vijf jaar naar een koopwoning te verhuizen. Dat toont volgens de onderzoekers aan dat ze nog wel de ambitie hebben te kopen. Of dat ook lukt is de vraag. Vorig jaar verhuisde slechts 1,5 procent van de 15- tot 25-jarigen naar een koopwoning.
Bron: Z24/ANP